In een vorig blog heb ik beschreven hoe de basis van een gezond zenuwstelsel gelegd wordt in de vroege kinderjaren. Hier is een klein stukje uit dat blog:
Een kind dat in een veilige, liefdevolle en aandachtvolle omgeving kan opgroeien krijgt een geschenk dat het hele leven voor verdere geschenken zal zorgen: vertrouwen in het leven en in relaties. Het kind kan ontspannen in een soort voorspelbaarheid dat er zorg zal zijn wanneer nodig. Het leert te vertrouwen.
Therapeuten die ontwikkelingstrauma behandelen stellen vast dat vertrouwen in het leven en in relaties een aangeleerd vermogen is. We worden er niet mee geboren. Dat vertrouwen heeft een enorme invloed op de ontwikkeling van het zenuwstelsel, net als de afwezigheid van een voldoende continue veiligheidsperceptie ook het zenuwstelsel (en dus andere stelsels) kan beïnvloeden voor het hele latere leven.
Een kind dat opgegroeid is in veiligheid, warmte, verbinding heeft letterlijk andere neurale paden dan het kind dat dit heeft gemist. De zekerheid dat er aan de behoeften zal worden voldaan bouwt een fundering van vertrouwen in het leven. maar ook van zelfvertrouwen. Het kind leert dat het meetelt, dat het waardevol is, dat het gezien en gehoord wordt, dat het beminnenswaardig is.
Als je het hele blog wilt lezen: https://jeugdtrauma.com/de-fundering-van-een-gezond-zenuwstelsel/.
Ongelukkig genoeg is wat hierboven staat niet het geval voor ieder van ons.
Dat hoeft niet eens te maken te hebben met misbruik. Het simpele feit dat de ouders door veel stress gingen in hun leven – bijvoorbeeld door financiën of een verhuisproject of een grootouder die overleed – is genoeg.
Het nog ongeboren kind voelt sowieso wat de moeder voelt. Daar is geen ontkomen aan wanneer je in de buik zit…
In grote lijnen zijn er 3 soorten situaties:
- Een shocktrauma, zoals een moeilijke geboorte, een chirurgische ingreep in de eerste levensjaren, hospitaalverblijf als klein kindje, couveuse…
- Stress in de familie.
- Een dysfunctionele familie waar bijvoorbeeld alcoholmisbruik voorkomt of fysiek geweld of iemand met een psychiatrische stoornis…
De eerste categorie (shock) spreekt voor zichzelf.
De stressvolle familie omgeving
Stel dat een jonge moeder stress heeft over hoe ze met haar kleintje moet omgaan en of ze het wel goed doet. Of ze weet niet wat ze moet doen wanneer je veel huilt. Of ze zit in een ongelukkige relatie. Dat is allemaal genoeg om geen co-regulering te kunnen doen met het kind. Als haar zenuwstelsel gestrest is kan ook het zenuwstelsel van het kind niet ‘leren’ hoe rust en veiligheid voelen. Het is via co-regulering dat we in principe zelfregulering zouden moeten leren in onze vroege jaren.
Of stel dat de moeder – of andere primaire verzorger – iemand is die alles perfect doet qua voeding, luiers verschonen etc. maar niet emotioneel genoeg aanwezig kan zijn om aan de emotionele behoeften van het kind te voldoen.
Misschien was ze zelf te getraumatiseerd en daardoor emotioneel onbeschikbaar. De moeder kan daardoor wel van het kind houden maar niet in staat zijn dat fysiek en emotioneel te uiten naar het kind. Er is een verschil tussen bemind worden en dat ook energetisch mogen voelen via de liefelijke signalen van de moeder (of andere primaire verzorger).
Dat is allemaal genoeg om later in het leven zelfbeeld problemen te hebben of problemen om je eigen behoeften te erkennen of om heftig reageren op mensen met autoriteit (bang dat je iets fout doet) of niet goed kunnen functioneren in intieme relaties…
Als de basis niet goed gelegd is in het zich ontwikkelende sociale zenuwstelsel (dat ook het regulerende zenuwstelsel is) kan het hele leven een reeks uitdagingen worden en kun je ook last hebben van constante vermoeidheid.
Kinderen die zo zijn opgegroeid hebben vaak ook een rolomkering geleerd (dat heet ook parentificatie): ze voelen dat zij voor de ouder moeten zorgen. Dat gaat soms door tot de betrokken ouder sterft, zelfs ten koste van eigen levenskwaliteit.
Kinderen kunnen nog niet redeneren zoals in ‘mijn moeder heeft het moeilijk in haar eigen, het heeft niets met mij te maken’.
Voor een kind gaat alles wat het voelt over het kind. Vandaar dat niet optimale zorg kan leiden tot gevoelens van niet goed genoeg zijn, van niet beminnenswaardig zijn, van toxische schaamte…
De dysfunctionele familie
Wanneer er psychiatrische problemen zijn in de familie (zoals een narcistische ouder, een ouder met borderline, een ouder met paranoia, etc ) of alcoholmisbruik of huiselijk geweld of luide ruzies tussen de ouders bijvoorbeeld, legt dat ook een zeer onveilige basis in het zenuwstelsel van het kind. Het kind kan dan nooit leren hoe veiligheid voelt en zal zijn hele leven voelhorens blijven uitsteken om onveiligheid op te sporen. Dat uit zich ook in een constant onbestemd gevoel van angstigheid of een soort onrust op de achtergrond.
Daarnaast ontstaan in dat soort gevallen ook typische coping mechanismen (overlevingsmechanismen) zoals:
- perfectionisme
- controledrang
- zelf onvoorspelbaar gedrag ontwikkelen (en soms schrikken van je eigen reacties)
- neiging tot emotioneel of fysiek misbruik in de eigen latere relaties
- starre religieuze overtuigingen; vasthouden aan dogma’s
- teveel eten, alcoholgebruik, drugsgebruik
Trauma in vorige generaties
Ouders kunnen ook ongewild trauma doorgeven van hun voorouders zoals ‘leven in oorlogsomstandigheden’, ‘hongersnood’, ‘op de vlucht zijn voor oorlog’… Dat kan meerdere generaties doorsijpelen in het DNA of via epigenetica (bijvoorbeeld dat ouders gedrag vertonen van hun voorouders over schaarste).
Zo kan zelfs een kind dat in relatief veilige omstandigheden opgroeit een vorm van ontwikkelingstrauma meekrijgen.
Omgekeerd zijn er kinderen die van nature zo een sterke persoonlijkheid en innerlijke rust hebben dat ze zelfs niet getraumatiseerd zijn in een dysfunctionele omgeving. Vaak worden dat soort kinderen later zelfs voorbeelden voor anderen, ondanks hun moeilijke begin.
Een ander voorbeeld van hoe het anders kan lopen, is dat de ouders niet goed functioneren maar dat het kind co-regulering leerde van een grootouder of een andere veilige persoon.
Elke situatie is uniek.
Innerlijk ouderschap
Wanneer je beginsituatie ongunstig was, kun je gelukkig nog altijd je onvoldoende ontwikkelde autonome zenuwstelsel ‘heropvoeden’ later in het leven. Het zogenaamde ‘gewonde kind’ is geen abstractie maar wordt letterlijk gevonden in hoe het zenuwstelsel niet goed kon ontwikkelen om innerlijke veiligheid en veiligheid in relaties te kunnen voelen.
Het valt gelukkig alsnog te helen.
Het vergt echter meer dan alleen maar inzicht in het zenuwstelsel. Het vergt een houding van ‘innerlijk ouderschap’ met veel liefde en mededogen en geduld naar het jongere zelf.
En het vereist dat je met veel zorg te werk gaat om het nog kwetsbare zenuwstelsel niet te overweldigen door bijvoorbeeld te snel te willen gaan.
Dat is hoe de hele cursus ‘Jeugdtrauma’ is opgebouwd: inzicht in hoe het zenuwstelsel werkt en dan hele kleine, veilige, zachte stapjes en veel ondersteuning om het zenuwstelsel te helen.
Het is een lang proces met veel geduld en toewijding om het zenuwstelsel alsnog regulerend te kunnen maken maar het kan. Zoals je ook kunt lezen in de vele getuigenissen van onze cursisten.
Je kan – als je dat wilt – ook vier gratis proeflessen bestellen on zelf een idee te krijgen. Zie daarvoor https://jeugdtrauma.com/4-gratis-lessen/.
Ik doe ook zelf het helingswerk (en heb ook jarenlang het onderzoekswerk gedaan om mezelf te kunnen helen) en daarom is de cursus niet theoretisch maar zeer doorleefd.
Als je al lang op zoek bent naar opluchting of verlichting van zogenaamd ‘onverklaarbare’ symptomen, kijk eens verder op onze website.
Ik wens het iedereen die een moeilijke start gehad heeft toe.
Jan Bommerez, auteur van de cursus en van bestsellers zoals ‘Kun je een rups leren vliegen?’