Ontwikkelingstrauma wordt meestal veroorzaakt door onvervulde emotionele behoeften in onze eerste levensjaren
In vorige blogs hebben we gekeken naar ontwikkelingstrauma vanuit het perspectief van de verstoorde ontwikkeling van het parasympathische zenuwstelsel. Dat ging essentieel over de behoefte aan veilige co-regulering van het zenuwstelsel omdat we als baby nog niet aan zelfregulering kunnen doen. Bij gebrek aan (voldoende) veilige co-regulering met minstens 1 primaire opvoeder leert ons zenuwstelsel niet hoe basisveiligheid en veilige verbinding voelen. Het blijft dan ons verdere leven zijn antennes richten op signalen van onveiligheid. Dat zorgt voor chronische onrust op de achtergrond en kan zowel onze gezondheid als onze relaties verstoren.
De vorige blogs zijn te vinden op https://jeugdtrauma.com/blog/
In deze blog die je nu leest gaan we kijken naar ontwikkelingstrauma vanuit het perspectief van evolutionair bepaalde basisbehoeften die – indien niet vervuld – voor ontwikkelingstrauma zorgen.
Een ouder die zelf heel attent aanwezig kan zijn (geen erge stress, geen eigen trauma’s die actief zijn…) zal vanzelf voldoende afgestemd zijn op de non-verbale signalen van een baby en zal consistent de basisbehoeften van het nog zeer kwetsbare kindje vervullen. In een kind dat zo kan opgroeien wordt de basis gelegd voor sterke neuropaden en veel veerkracht om met uitdagingen om te gaan later in het leven.
Om beter te begrijpen waarom dat zo vitaal belangrijk is, zullen we meer in detail kijken naar die basisbehoeften.
De twee meest fundamentele behoeften in onze groeijaren
Er zijn meerdere basisbehoeften die vervulling nodig hebben voor een optimale ontwikkeling. Dr Gabor Maté die meerdere boeken gepubliceerd heeft over verslaving, stress en ontwikkelingstrauma legt de nadruk op twee basisbehoeften die ons hele leven zullen meespelen in positieve of pijnlijke zin: veilige hechting en authenticiteit.
Veilige hechting legt de basis voor een gevoel van in contact zijn, verbonden zijn, bemind worden en erbij horen en ook voor het vermogen om te beminnen vanuit innerlijke verbinding.
Authenticiteit gaat over het ontwikkelen van het vermogen om je eigen gevoelens en behoeften te kunnen kennen, over in contact zijn met ons lijf en ons buikgevoel en over het vermogen om ons unieke zelf te kunnen uitdrukken in relaties.
Deze behoeften zijn evolutionair ingeprent in ons DNA – ze zijn daardoor imperatief (evolutionair dwingend). Ze kunnen niet onvervuld zijn zonder pijnlijke gevolgen.
Zoogdieren (en ook vogels) hebben behoefte aan veilige hechting (nestwarmte) omdat wij een hele tijd verzorgd moeten worden om te kunnen overleven. Reptielen zijn daarentegen vanaf de geboorte in staat alleen te overleven.
Het mensenkind is het meest kwetsbare en hulpeloze ‘jong’ van allemaal. Geen enkele andere soort heeft zolang verzorging nodig.
Meer over veilige hechting
Hechting is een tweerichting-straat: het kindje hecht aan de verzorger (meestal de moeder) en de verzorger hecht aan het kindje. Dat is de basis voor consistente zorg. Kinderen die dat menselijke contact niet krijgen gaan letterlijk dood zoals historisch gedocumenteerd in weeshuizen in Roemenië in de 50-er jaren van vorige eeuw.
Een veilige hechting laat toe dat een kind alles kan leren om een veerkrachtig leven te kunnen leven als volwassene. Het kindje leert door een soort ‘osmose’. Het neemt alles op als een spons. Zoals je ook leert in de lessen van de online training Jeugdtrauma verdubbelt het hersenvolume van een kind in zijn eerste levensjaar en 90% van de groei van onze hersenen gebeurt in de eerste 5 jaar. Een kind moet enorm veel leren op korte tijd en heeft daarom ook veel meer hersenverbindingen dan een volwassene. Die worden later in het groeiproces ‘gesnoeid’.
Vooral in de preverbale jaren (voor het kind woorden heeft) is het leren een onbewust ‘opzuigproces’ uit de omgeving. Een kind dat al kan praten leert trouwens ook vooral door het voorbeeld van de ouders. Zo kan je een beeld meedragen van een liefdevolle voorbeeldrelatie of een beeld met veel ruzies etc. Onze primaire relaties vormen op die wijze het onbewuste beeld dat wij vormen over het leven in het algemeen en relaties in het bijzonder. Dat beeld zit letterlijk ingeprent in onze primaire hersenen en in ons zenuwstelsel.
Wij zien als volwassenen nog altijd deels de wereld door de ogen van een 5 jarige. De wereld is onze oester die parels voortbrengt als we veilig konden hechten en de wereld is een strijdperk als we dat niet konden.
Meer over de behoefte aan authenticiteit
Je zou je in eerste instantie kunnen afvragen hoe dat een evolutionair noodzakelijke behoefte is. Maar als je leert dat authenticiteit niet kan zonder goed belichaamd te zijn en dat het ook impliceert dat je goed moeten kunnen luisteren naar je lijf en je buikgevoel wordt het meteen duidelijk. In primitieve tijden moest je goed naar je buikgevoel kunnen luisteren om te overleven. Buikgevoel signaleert dat iets niet klopt. Dat is belangrijk om te overleven en ook in relaties.
Ondanks dat we niet meer leven in tijden van jagers en prooi zitten die basisbehoeften van ‘behoren bij’ en ‘sterk in je eigen schoenen kunnen staan’ nog steeds in ons DNA om ons veilig door het leven te helpen navigeren.
Ze spelen in negatieve zin een kritieke rol in relaties omdat ze kunnen leiden tot verlatingsangst en/of bindingsangst als ze niet vervuld zijn. Zie daarvoor het boek ‘Liefdesbang’ van Hannah Cuppen.
Wat gebeurt er nu wanneer die twee basisbehoeften in conflict komen?
De ideale staat is dat je authentiek kunt zijn in verbinding. Dat is jammer genoeg maar aan een minderheid van ons gegeven. Er zijn meer relaties die wel lijden onder een onevenwichtige kindertijd van de partners.
Hoe komt dat?
Wanneer een kind moet kiezen tussen de behoefte aan verbinding (hechting) en de behoefte aan authenticiteit is het a.h.w. gedwongen om verbinding te laten voorgaan anders overleeft het niet. Het geeft dan zijn ware zelf op uit noodzaak en wordt bijvoorbeeld een pleaser.
Dat komt vaker voor dan men in de regel denkt. Er zijn bijvoorbeeld ouders die niet goed kunnen omgaan met een huilende baby en die dan helemaal in de stress schieten of aan zichzelf gaan twijfelen. Ze kunnen dan niet meer veilig co-reguleren. Als ze dan ook nog boos worden op het kind leert het kind dat het beter niet huilt en dus leert het zijn behoeften niet te uiten. Een kind kan als baby leren dat je beter niet gezien of gehoord wordt. Andere kinderen leren dat ze beter groot drama kunnen maken als ze iets willen. Ze worden later ook vaak ‘eisenstellers’ in relaties. Nog anderen leren slachtoffer te spelen om hun zin te krijgen. Nog andere kinderen krijgen schuldgevoelens over hun behoeften en krijgen later bijvoorbeeld seksuele blokkades.
De meest voorkomende reden waardoor kinderen zich onveilig voelen is dat de ouders door stressvolle ervaringen gaan terwijl we klein zijn of dat ze zelf te getraumatiseerd zijn om consistent attentief te kunnen zijn. Dit wordt soms niet-intentionele verwaarlozing genoemd.
Dr Laurence Heller, een andere expert i.v.m. ontwikkelingstrauma vermeldt 5 basisbehoeften (die ook terug te voeren zijn tot de twee van Dr Gabor Maté). Hij noemt – in volgorde van hoe ze verschijnen in het leven van de baby: verbinding, afstemming, vertrouwen, autonomie en liefde/intimiteit. In een volgende blog ga ik die misschien eens onder het vergrootglas leggen.
Het komt ook aan bod in de volledige online training Jeugdtrauma.
Enkele recente ervaringen van deelnemers (zo zijn er honderden)
Hier staan er nog veel meer getuigenissen: https://jeugdtrauma.com/reviews/
Tot besluit
De meest fundamentele menselijke behoefte is de behoefte aan verbinding, aan erbij horen. Als die behoefte niet veilig werd vervuld in de kindertijd, hebben we als volwassenen moeite om ons gemakkelijk te openen in relaties. We geven dan ook liever een stuk authenticiteit op om niet afgewezen of verlaten te worden.
Twee zeer herkenbare manieren waarop mensen een onveilige hechting uiten als ze volwassenen zijn:
- In het hoofd gaan leven, alles willen oplossen door denken i.p.v. dingen uit te praten. Deze mensen missen ook vaak het vermogen tot zelfobservatie.
- Een andere groep vlucht in spiritualiteit of religie en verlangt naar de ‘andere wereld waar alleen liefde is’. Ze leren leven met dit ‘tranendal’ wetend dat er een beter leven wacht… Deze groep heeft ook neiging om zich gemakkelijk schuldig te voelen en om teveel verantwoordelijkheid te nemen en om teveel met behoeften van anderen bezig te zijn ten koste van zichzelf.
Altruïsme is in veilig gehechte mensen die ook authentiek zijn in balans met gezond egoïsme. De eerste groep hierboven neigt naar teveel egoïsme; de tweede groep naar teveel altruïsme.
Geen van beide groepen hierboven kan echt genieten van het leven en beide groepen maken ook af en toe onzachte landingen in de wereld van de feiten…
Het helen van ontwikkelingstrauma gaat dus niet alleen over het helen van ons zenuwstelsel maar ook over het herstel van ons relatievermogen, ons vermogen om voor onszelf op te komen en ook over het vermogen om liefde en vreugde te vinden.
Als je nog de 4 gratis lessen niet gevolgd hebt – ga eens kijken op https://jeugdtrauma.com/4-gratis-lessen/
Ik wens iedereen toe dat ze (weer) gezond mogen zijn en liefde mogen vinden in veilige relaties (te beginnen in relatie met zichzelf).
Jan Bommerez